Gasunie is klaar voor rol als waterstofnetwerkbeheerder op zee iStock

Gasunie is klaar voor rol als waterstofnetwerkbeheerder op zee

GRONINGEN - Energieinfrastructuuronderneming Gasunie is de beoogde netbeheerder van het toekomstige waterstofnetwerk op de Noordzee. Dat heeft demissionair minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie gisteravond aan de Tweede Kamer laten weten. Jetten benadrukt in een brief over het Energie Infrastructuur Plan Noordzee 2050 het belang van deze toekenning bij het borgen van de publieke belangen. Bovendien biedt de aanwijzing duidelijkheid aan de markt over de beschikbaarheid van infrastructuur. Omdat waterstofproductie op zee een sleutelrol wordt toegedicht in de toekomstige groei van windenergie op zee heeft Jetten Gasunie gevraagd om de eerste stappen te zetten richting het waterstofnetwerk. Zo draagt het waterstofnetwerk bij aan het behalen van de klimaatdoelen, energieonafhankelijkheid en de concurrentiepositie van Nederland.

 
Sleutelpositie voor windenergie
Nederland heeft, evenals de andere Noordzeelanden, grote ambities voor de opschaling en uitrol van Wind op Zee en is daarvoor uniek gepositioneerd. Windenergie op zee draagt bij aan een duurzame en betaalbare energievoorziening en zal sterk en snel doorgroeien. Het maakt Nederland en Europa bovendien minder afhankelijk van energie uit andere landen en draagt bij aan de concurrentiepositie van Nederland. Bij de verdere doorgroei van windenergie op zee na 2030 is waterstofproductie op land, maar ook op zee essentieel. Het wordt vanaf 2030 steeds uitdagender om alle op zee geproduceerde windenergie in de vorm van elektriciteit naar land te transporteren.
 
Waterstof biedt dan een mooi alternatief vanwege de hoge transportcapaciteit van gasleidingen en omdat waterstof vervolgens goed kan worden opgeslagen. Dit is belangrijk als we over voldoende energie willen beschikken, ook als de wind niet waait of de zon niet schijnt. Naast de voordelen voor het energiesysteem is er met waterstof op zee minder ruimte nodig voor kabels en elektrolysers op land. Bovendien is waterstoftransport heel (kosten)efficiënt en worden de totale kosten voor energie infrastructuur daarmee veel lager. Bijkomend voordeel is dat via deze pijpleidingen op de Noordzee ook waterstof uit andere Noordzeelanden kan worden geïmporteerd.
 
Willemien Terpstra, ceo Gasunie: ‘Wij zijn blij met het vertrouwen en voornemen van het kabinet om Gasunie voor deze vitale rol van waterstofnetbeheerder op zee aan te wijzen. Wij zijn er klaar voor om, in navolging van het nationale waterstofnetwerk op land, ook op de Noordzee aan de slag te gaan met een netwerk dat niet alleen goed is aangesloten op ons landelijke netwerk, maar ook verbindingen krijgt met omliggende landen. Wij gaan daarbij uiteraard kijken of en op welke manier de bestaande gasinfrastructuur in de Noordzee hergebruikt kan worden.’
 
Maatschappelijk Belang
De ontwikkeling van het waterstofnetwerk op zee dient een publiek belang. Op korte termijn krijgt Gasunie, als beoogd netbeheerder, de taak van de minister om dit publieke belang te borgen bij de ontwikkeling van het netwerk, de zogeheten Dienst Algemeen Economisch Belang. Als onderdeel hiervan gaat Gasunie met eigenaren van gasleidingen de mogelijkheden van hergebruik van leidingen onderzoeken. Voor de uitvoering van deze taak ontvangt Gasunie subsidie uit het Klimaatfonds. Het komend kabinet zal een beslissing moeten nemen over de middelen voor de aanleg en het beheer van het waterstofnetwerk op zee.
 
Waterstof en Gasunie
Gasunie levert met haar infrastructuur een bijdrage aan de transitie naar een betaalbare, betrouwbare en duurzame energievoorziening van Nederland. In opdracht van het kabinet is Gasunie in 2023 begonnen met de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk, waarbij voor het grootste deel gebruik gemaakt wordt van bestaande aardgasleidingen. Ook onderzoekt Gasunie de mogelijkheden voor waterstofopslag en de import van waterstof. Samen met het ontwikkelen en realiseren van het waterstofnetwerk op de Noordzee helpt Gasunie zo mee de waterstofmarkt op gang te brengen, het vertrouwen van de industrie te vergroten en de positie van Nederland als toegangspoort tot het Europese energiesysteem te versterken.
 
Tiplijn