GRONINGEN - Gebiedspartijen in de Gronings-Drentse Veenkoloniën zien kansen om de biodiversiteit in het gebied te vergroten door het (anders) beheren en inrichten van het landschap. Met de inzet van veel partijen zijn daarom ontwikkelkaders voor groenblauwe dooradering opgesteld.
Groenblauwe dooradering is het netwerk van half natuurlijke landschapselementen, zoals sloten en oevers, bermen, akkerranden maar ook houtwallen en bomenlanen, bos en erven die het agrarisch landschap dooraderen. Ze worden beheerd door boeren, overheden en particulieren. Door bermen of slootkanten bijvoorbeeld minder vaak te maaien, krijgen kruiden de kans om te bloeien en kunnen insecten en kleine dieren overleven. De natuur krijgt door dit ecologisch beheer weer kans om zich meer te ontwikkelen.
De Veenkoloniën is een uniek gebied met goed bewaard gebleven landschapsstructuren. De historische diepen, wijken (zijkanalen) en sloten, oevers, bermen en akkerranden bieden kansen voor het versterken van de biodiversiteit. Het zijn plekken waar planten en dieren kunnen schuilen en waarlangs ze zich kunnen verplaatsen. Ook dragen ze bij aan de belevingswaarde van het landschap. Door deze groenblauwe dooradering een streekeigen invulling te geven en te koppelen aan de landbouwopgave kan de biodiversiteit worden vergroot. In de 'Ontwikkelkaders groenblauwe dooradering in de Veenkoloniën' zijn de bestaande groenblauwe landschapselementen in beeld gebracht. Daarnaast is het een praktisch kader voor overheden, agrarische verenigingen of collectieven om het beheer te optimaliseren en de dooradering te versterken. De focus ligt hierbij op bermen en akkerranden, water en waterkanten en toevoegen van struweel (laag struikgewas).
De gemeenten Stadskanaal en Aa en Hunze zijn inmiddels gestart met pilots om te werken volgens ecologische principes. Met betrokken partijen wordt getest hoe een ander beheer de biodiversiteit kan vergroten. Waterschap Hunze en Aa’s beheert haar bermen en oevers al ecologisch.
groningenactueel