Na niertransplantatie functioneren patiënten goed op hun werk iStock

Na niertransplantatie functioneren patiënten goed op hun werk

GRONINGEN - Patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan, blijken goed te functioneren op hun werk. Na de transplantatie blijken zij vaak beter op het werk te functioneren dan in de periode voorafgaand aan hun transplantatie. Dit blijkt uit onderzoek van Tim Knobbe, Daan Kremer en collega’s van de afdeling Nefrologie van het UMCG. Zij publiceren vandaag de resultaten van hun onderzoek in Clinical Journal of American Society of Nephrology. Volgens de onderzoekers bevatten de uitkomsten van deze studie een duidelijke boodschap aan werkgevers.

Orgaantransplantatie is voor veel patiënten een levensreddende behandeling. Door de voortschrijdende inzichten en technieken stijgt de overlevingskans na een transplantatie nog steeds. Daardoor is er steeds meer aandacht voor de kwaliteit van leven van patiënten ná een transplantatie. Werk en werkplezier dragen sterk bij aan de kwaliteit van leven. In deze studie gingen de onderzoekers daarom na hoeveel niertransplantatiepatiënten werk hebben en hoe zij hun functioneren op het werk beoordelen. Over de arbeidsparticipatie van niertransplantatie-patiënten was tot nu toe weinig bekend. Daarnaast was nog nooit onderzocht hoe deze patiënten op hun werk functioneren.  

668 deelnemende niertransplantatie patiënten 
Voor deze studie analyseerden de onderzoekers de gegevens van 668 niertransplantatiepatiënten in de werkende levensfase. Zij hadden allen langer dan één jaar geleden een niertransplantatie ondergaan. Alle geanalyseerde patiënten zijn deelnemers aan de TransplantLines-studie van het UMCG. 

Meerderheid werkt en functioneert goed op het werk
Uit het onderzoek blijkt dat 56% van de niertransplantatiepatiënten betaald werk heeft en dat zij goed functioneren op het werk. Dit bleek uit de uitkomsten van rapportages van de patiënten over de kwaliteit van hun leven. Hun functioneren op het werk is vergelijkbaar met dat van twee controlegroepen, bestaand uit een groep uit de algemene werkende populatie en een groep werkende potentiële nierdonoren. Ondanks dat niertransplantatiepatiënten vaak vermoeid zijn en bijwerkingen van afweeronderdrukkende medicijnen ervaren, functioneren zij dus goed op het werk. Volgens de onderzoekers is dat te verklaren door hun hoge motivatie of door eventuele veranderingen op het werk die zorgen voor een goede balans tussen hun capaciteit en taken.

Functioneren ná transplantatie beter dan voor
Verder hebben de onderzoekers het functioneren op het werk vóór en na transplantatie vergeleken. Hieruit blijkt dat deze groep patiënten aangaf na transplantatie beter op het werk te functioneren dan voor de transplantatie. 

Duidelijke boodschap aan werkgevers
Volgens onderzoeker Tim Knobbe zijn de uitkomsten van deze studie een duidelijke boodschap aan werkgevers. ‘Het blijkt duidelijk dat niertransplantatie-ontvangers zeer goed kunnen functioneren op het werk. Dit kan helpen om eventuele stigma's over werk en het functioneren op het werk na niertransplantatie te verminderen. Bovendien kunnen deze resultaten bijdragen aan de voorlichting die patiënten met nierfalen krijgen over wat ze kunnen verwachten van het leven na een niertransplantatie.’
De publicatie in CJASN is hier te lezen: Employment Status and Work Functioning among Kidney Transplant Recipients | American Society of Nephrology (asnjournals.org) 

Transplantlines
Voor de studie werden gegevens gebruikt van patiënten die deelnamen aan de TransplantLines-studie in het UMCG. TransplantLines is in 2015 opgezet door prof. dr. Stephan Bakker, samen met een grote groep onderzoekers van verschillende afdelingen in het UMCG. Deze studie is speciaal opgezet om de lange termijn gevolgen van transplantatie te onderzoeken. Inmiddels doen er duizenden transplantatiepatiënten mee. Voor deze studie naar werk en functioneren op werk  selecteerden de onderzoekers de gegevens van 668 deelnemers in de werkende levensfase die ten minste een jaar geleden een niertransplantatie hebben ondergaan.

Tiplijn