EEMSDELTA - De natuur in het estuarium van de Eems-Dollard is vergaand verschraald. Zo komen in de Dollard veel minder bodemdieren voor dan in de Waddenzee. Belangrijke leefgebieden als zeegrasvelden en schelpdierbanken zijn bijna helemaal verdwenen. Dit meldt het programma Eems-Dollard (ED2050) in de monitoringsrapportage 2020.
De populaties van veel trekvogels en trekvissen verkeren in een slechte of matige toestand. Oorzaken zijn het extreem slibrijke water en een gebrek aan geschikte leefgebieden voor planten en dieren. Toch zijn er ook lichtpuntjes: de Dollard is de laatste jaren een hotspot voor kluten geworden en in de Eemsrivier zwemmen weer spieringen. Ook is er 144 hectare leefgebied toegevoegd of opgeknapt.
Het gebied groeit langzaam mee met de zeespiegelstijging, blijkt uit jarenlange metingen. Sinds 1990 is de bodem van de Eems-Dollard en het Groninger Wad gemiddeld 10 centimeter hoger geworden door slib en zand. De zandplaat Hond-Paap is juist lager geworden (gemiddeld 29 cm) en verslibd. De komende jaren wordt onderzocht of het mogelijk is deze wadplaat te verhogen met baggerzand. Dit zou het effect van zeespiegelstijging kunnen compenseren en het bodemleven helpen herstellen.
Water nog erg troebel
Onderzoek laat zien dat de hoeveelheid slib in het water van de Eemsrivier piekte in de periode 2011 tot 2015. Vanaf 2016 nam die piek af, maar nog altijd is het water extreem troebel. In de Dollard steeg de slibconcentratie sterk vanaf 1954 tot 2010, daarna schommelen de hoeveelheden slib. Oorzaken van de stijging zijn vooral vaargeulverdiepingen en een toename van het baggeren en storten. De slibrijke bodem en het zeer troebele water vormen een belemmering voor een rijk onderwaterleven. Zo zitten er in de Dollard tien keer minder bodemdieren dan in de Waddenzee en vier keer minder dan op de Hond-Paap. Dat werkt door in de hele voedselketen, want schelpdieren en wormen vormen een belangrijke voedselbron voor vissen en vogels. De afname in biomassa en biodiversiteit onderstreept hoe belangrijk het is de Eems-Dollard minder troebel te maken.
Dollard hotspot voor kluten
De populaties van veel trekvogels en trekvissen verkeren in een slechte of matige toestand. Enkele trekvogels als de zwarte ruiter en kluut doen het in de Waddenzee slecht, maar in de Eems-Dollard relatief goed. Een kwart van de Waddenpopulatie kluten verblijft in de Dollard, een echte hotspot dus. Het lijkt erop dat de kluten zich hebben aangepast aan het veranderende voedselaanbod. Ondanks verbeteringen aan de waterloop en de aanleg van meer vispassages gaat het nog niet goed met trekvissen als zeeprik, rivierprik en fint. Positief is dat er de laatste jaren weer spieringen aangetroffen zijn in de Eemsrivier. Ook de vegetatie in en langs de Eems-Dollard kan veel beter. In het troebele water zitten weinig algen en een kenmerkende wadplant als zeegras komt vrijwel nergens meer voor. Waar schapen en koeien intensief grazen op de duizend hectare Dollardkwelders, komen zilte planten als zeekraal en lamsoor minder voor.
Succes ED250-Projecteren
Met allerlei projecten richt het programma Eems-Dollard 2050 zich op het verbeteren van de brakwaternatuur. Een belangrijke maatregel is de troebelheid van het water verminderen. De ambitie is om jaarlijks 1 miljoen ton slib (droge stof) te onttrekken aan de Eems-Dollard en in te zetten als circulaire grondstof. Dit jaar zijn in Borgsweer vier hectare laag gelegen akkers opgehoogd met slib. De komende jaren wordt onderzocht of het mogelijk is landbouwgronden op grote schaal te verhogen met slib. Daarnaast wil ED2050 zeshonderd tot tweeduizend hectare nieuwe leefgebieden realiseren en daar waar mogelijk ook slib te laten bezinken. Sinds de start in 2016 is in totaal 144 hectare leefgebied opgeleverd, zoals de Marconi-kwelders bij Delfzijl, de opgeknapte Polder Breebaart en vogelbroedeilanden. Vooral het voor roofdieren vrijwel onbereikbare broedeiland Stern bij de Eemshaven doet het goed. Het eiland herbergt nu zelfs de belangrijkste broedkolonies van visdief en noordse stern van de Waddenzee. Ook broeden er steeds meer kokmeeuwen, bontbekplevieren en kluten. “Verbetering van de natuur in het estuarium is een kwestie van lange adem. Om nieuwe leefgebieden echt tot een succes te maken is goed natuurbeheer een voorwaarde. Dat krijgt de komende jaren meer aandacht”, zegt programmamanager Frances Heijman.