GRONINGEN - Experts waarschuwen dat de klimaatverandering slecht dreigt uit te pakken voor bomen in steden wereldwijd. Dezelfde experts adviseren om bomen te kiezen die beter tegen droogte en hitte kunnen. Bomen zijn in steden gevoeliger voor droogte en hitte, omdat ze vaak geen goede standplaatsen hebben. Ze krijgen bij droogte te weinig water en de bodem is veelal verdicht met te weinig organische stoffen. Daarnaast worden de bladeren die bomen elke herfst en winter afwerpen continu verwijderd, terwijl deze de boom juist beschermen.
Daarnaast moeten we afscheid nemen van zogenoemde monoculturen en kiezen voor variatie. Neem Amsterdam. De helft van alle bomen in de stad is de kwetsbare iep. Dat is een ongezonde en onhoudbare situatie.
Het aanplanten van kleine stadsbossen met veel variatie kan hierin helpen. De meeste inheemse bomen, zoals beuken, lindes, eiken en esdoorns zijn prima bestand tegen warmte en droogte, mits zij een goede standplaats hebben. Feit blijft dat bomen in steden sneller uitdrogen, maar door te investeren in gezonde bodems haal je het grootste probleem weg. En niet te vergeten: vervang stenen door groen, op die manier is het meteen een paar graden koeler in de stad.
Omgaan met droogte in genen bomen
In het kader van klimaatverandering wordt wel gesuggereerd dat we bomen zouden moeten halen uit de zuidelijke regio’s omdat die beter bestand zouden zijn tegen hitte en droogte. Maar zo’n beetje al onze bomen komen daar ook vandaan. De eikenboom is na de laatste ijstijd, dertienduizend jaar geleden, vanuit de Balkan, Spanje en Italië naar Nederland geëmigreerd. En net ten noorden van Madrid ligt het meest zuidelijk beukenbos van Europa: Montejo de la Sierra.
Zo’n tienduizend jaar geleden was dit bos zo uitgestrekt dat je vanuit Spanje zo naar de Hoge Veluwe kon wandelen. De beuken gedijen prima in dit gortdroge en bloedhete klimaat. In de genen van deze bomen zit omgaan met droogte en hitte opgeslagen – hun voorouders groeiden nu eenmaal in die omstandigheden op.
Het is dus beter om in deze situatie van klimaatverandering te kijken naar de manier waarop we bomen planten, zodat ze goede overlevingskansen hebben. Daarbij zijn goede standplekken met voldoende doorwortelbare ruimte en een strooisellaag (blaadjes laten liggen) heel belangrijk. Maar bovenal moeten we beseffen dat een plantgemeenschap veerkrachtiger is dan een rij solitaire bomen. Daarom is IVN Natuureducatie al een paar jaar druk bezig om overal Tiny Forests te planten. Zo worden steden klimaatbestendiger en geven de minibossen bovendien een boost aan de biodiversiteit.
ANP Expert Support / Daan Bleichrodt, IVN Natuureducatie
groningenactueel