UMCG: 'Erken lange termijn klachten na behandeling borstkanker'

UMCG: 'Erken lange termijn klachten na behandeling borstkanker'

GRONINGEN - De meeste vrouwen die borstkanker hebben gehad, ervaren tien jaar na de diagnose geen lichamelijke of psychische klachten die samenhangen met hun behandeling voor borstkanker. Maar toch hebben deze vrouwen na 10 jaar vaker een licht verminderde pompfunctie van het hart en vaker hart- en vaatziekten dan vrouwen zonder een voorgeschiedenis van kanker. Daarnaast ervaren zij vaker klachten van depressie, angst en vermoeidheid.  Dit blijkt uit onderzoek van huisarts Saskia Accord-Maass van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij promoveert op 6 juli op haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Borstkanker treft één op de acht vrouwen in Nederland. Gelukkig is door o.a. steeds betere behandeling, het aantal vrouwen toegenomen dat vijf jaar na de diagnose leeft (88% na 5 jaar). Dit betekent dat het aantal vrouwen met borstkanker in de voorgeschiedenis steeds groter wordt. In haar onderzoek ging Saskia Accord-Maass na of deze vrouwen op lange termijn negatieve effecten van borstkanker en de behandeling ervan ervaren. Zij richtte zich hierbij op vrouwen bij wie de diagnose tenminste vijf jaar geleden is gesteld. Dat is meestal het moment waarop hun jaarlijkse controles bij de oncoloog vervallen en zij vaak weer  onder de zorg van de huisarts komen. Accord-Maass vergeleek 350 vrouwen die zijn behandeld voor borstkanker met chemo- en/of radiotherapie met 350 vrouwen, van dezelfde leeftijd en huisartspraktijk, zonder kanker in hun voorgeschiedenis. 

Uit de resultaten van haar onderzoek blijkt dat vrouwen ook na een succesvolle behandeling van borstkanker op de lange termijn nog fysieke en psychische klachten kunnen ervaren als gevolg van borstkanker of de behandeling daarvan. Gelukkig ervaren de meeste vrouwen deze klachten niet. Maar uit het onderzoek van Accord-Maass blijkt dat vrouwen met borstkanker in de voorgeschiedenis wel vaker een licht verminderde pompfunctie van het hart hebben en ook vaker hart- en vaatziekten hebben dan vrouwen zonder kanker. Uit haar onderzoek blijkt verder dat het niet nodig is dat vrouwen die borstkanker hebben gehad, standaard een preventief onderzoek moeten ondergaan bij de cardioloog; wel is het belangrijk dat de huisarts deze informatie meeneemt in zijn/haar risico-inschatting op hart- en vaatziekten.

Daarnaast ervaren de vrouwen met borstkanker in de voorgeschiedenis vaker klachten van depressie en angst. “De angst om toch weer ziek te worden, is niet altijd weg na vijf jaar. Die blijft, soms tot wel tien jaar na de behandeling.” Zij ervaren ook vaker klachten van vermoeidheid dan vrouwen zonder borstkanker, blijkt uit het onderzoek.  

Volgens Saskia Accord-Maass is het belangrijk dat er aandacht is voor de lange termijneffecten na de behandeling voor borstkanker. Accord-Maass: ‘Gelukkig ervaren de meeste vrouwen met borstkanker in hun voorgeschiedenis geen klachten meer. Maar de vrouwen die wel nog klachten hebben, moeten we herkennen en we moeten erkennen dat hun klachten mogelijk nog een gevolg zijn van de behandeling voor borstkanker. Voor deze vrouwen heeft dit ook 10 jaar na diagnose nog impact op hun kwaliteit van leven. Het is belangrijk dat hier kennis over is, zodat er eventueel een behandeling kan starten. Het is belangrijk om hier al in een vroeg stadium aandacht voor te hebben als vrouwen de diagnose borstkanker krijgen.’ Daarnaast vindt Accord-Maass dat lange termijneffecten aandacht in de opleidingen van huisartsen en in toekomstige richtlijnen moeten krijgen, zodat zorgmedewerkers zich hier ook bewust van zijn.

Inmiddels zijn Accord-Maass en haar collega’s begonnen met een vervolgstudie om te kijken hoe de eventuele klachten zich verder ontwikkelen in de loop der tijd.   
Het proefschrift is hier te lezen.

Curriculum vitae 
Saskia Accord-Maass (1986) heeft na haar studie de huisartsopleiding gecombineerd met dit promotietraject en de opleiding tot epidemioloog. Zij deed haar onderzoek bij de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het  UMCG, als onderdeel van het onderzoeksprogramma oncologie in de huisartspraktijk. De titel van haar proefschrift is: Breast cancer survivorship: Long-term physical and psychological effects of breast  cancer and its treatment. Zij is, naast haar werk als huisarts in Drachten, werkzaam als post doc-onderzoeker bij de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het UMCG. 

 

Tiplijn