Het lager zetten van de thermostaat kan behoorlijk wat geld besparen. Sterker nog, elke graad lager scheelt ruim 8 procent in de totale energie die nodig is om het huis warm te houden. Of dit nu gas is of elektriciteit. De thermostaat op 18 graden zetten in plaats van op 20 graden scheelt zelfs al bijna 17 procent. Zo blijkt dus dat een klein verschil onder aan de streep behoorlijk wat uitmaakt.
Ook is het natuurlijk goed om ervoor te zorgen dat in de winter het huis zo min mogelijk warmte verliest door goede isolatie. Daarin geldt dat alle kleine beetjes helpen. Zo is het afdichten van kieren zeer belangrijk, maar ook het opendoen van alle raamdecoratie als de zon schijnt scheelt soms enorm.
Koude winter kost tot 37 procent meer energie
Dat een heel koud stookseizoen meer energie kost, is logisch. Een extreem koud stookseizoen, zoals die van de winter van 1963, kost 32 tot maar liefst 37 procent meer energie om het huis warm te houden dan een doorsnee stookseizoen tegenwoordig. Met een constante energieprijs stijgen de stookkosten dan ook met dezelfde percentages. Gelukkig komen dit soort extreem koude winters zelden voor.
Andersom zorgt een extreem zachte winter, zoals die van 2014, juist voor een energiebesparing van ongeveer 16 procent. Dit verschil ten opzichte van een normaal stookseizoen is niet zo extreem als tijdens een extreem koud stookseizoen. Dit komt doordat extreme kou in de winter altijd verder van het gemiddelde afwijkt dan extreem zacht weer. Dat heeft grotendeels met de ligging van ons land te maken. Dicht bij de relatief warme Atlantische Oceaan en Noordzee is zachte lucht altijd dichterbij dan de zeer koude lucht vanaf de Noordpool of uit Siberië.
groningenactueel