STAD - In maart 2020 is de gemeente Groningen gestart met het driejarige experiment basisbanen. Met de Basisbaan creëert de gemeente extra werkgelegenheid voor inwoners die op een andere manier geen kans maken op een betaalde baan. Deze basisbaners zijn aan het werk in de dorpen en wijken.
Maandag presenteerde de gemeente de Groningen resultaten. Uit de eindevaluatie blijkt dat verreweg de meeste deelnemers er qua inkomen op vooruit zijn gegaan en belangrijker nog: in welzijn en gezondheid. Opvallend is dat van alle mensen die gestart zijn met een Basisbaan er niemand is uitgevallen. Een andere mooie uitkomst is dat met de komst van de Basisbaners de leefbaarheid van de wijken en dorpen in de gemeente is verbeterd. De medewerkers die drie jaar geleden gestart zijn krijgen een vast contract en de gemeente breidt het aantal banen de komende jaren uit tot 250. Maandagmiddag bood wethouder Bloemhoff samen met een Basisbaner het eindrapport aan minister Schouten aan die op werkbezoek was in Groningen. Zij bezocht onder andere mensen met een basisbaan.
Wethouder Werk Carine Bloemhoff: ”Ik ben ontzettend blij met deze resultaten. Basisbaners die ik spreek, geven aan dat het werk hen weer zelfvertrouwen en energie geeft. Ook voelen ze zich fitter en ervaren ze minder stress. Bovendien gaan ze er in inkomen op vooruit. Ik ben er van overtuigd dat de Basisbaan een prachtige manier is om mensen die anders niet aan het werk komen bestaanszekerheid en betekenisvol werk te bieden in de praktijk, dat blijkt maar weer uit deze evaluatie”.
Van experiment naar beleid
Er zijn op dit moment in de gemeente 56 mensen werkzaam met een basisbaan. Vanwege de positieve resultaten wordt de basisbaan structureel onderdeel van het arbeidsmarktbeleid in de gemeente. Ieder jaar wordt het aantal basisbaners uitgebreid met minimaal 50 mensen, tot in totaal 250. Zo krijgen steeds meer mensen voor wie een regulier betaalde baan niet haalbaar is, toch betekenisvol werk.
Wat doen basisbaners?
De taken die de deelnemers doen zijn geïnventariseerd in gesprekken met vertegenwoordigers van verschillende organisaties in de wijken van de gemeente.
Het werk mag geen betaalde banen of vrijwilligerswerk verdringen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om ondersteuning in buurtcentra, het opruimen van zwerfafval, het optreden als gastheer of gastvrouw op verschillende locaties in de wijk, het assisteren van fietsstewards, het meewerken aan een wijkblad, het ondersteunen van een sportvereniging of het bijstaan van kwetsbare buurtbewoners. Welke taken de deelnemers uitvoeren hangt ook af van hun wensen en mogelijkheden. Inmiddels zijn in vrijwel alle wijken en dorpen deelnemers met een basisbaan actief.
Wethouder Bloemhoff:” We begonnen dit experiment omdat we vinden dat veel mensen die de stap naar werk niet kunnen maken, wel over talenten beschikken waar we als samenleving veel aan kunnen hebben. En dat blijkt het geval. Als we zorgen dat mensen taken kunnen uitvoeren die bij hen passen, als we de juiste begeleiding bieden, dan gaat het met hen beter én hebben wij er in onze wijken en dorpen heel veel plezier van. We zijn blij dat het positieve gevoel dat we hebben bij dit project door de onderzoekers wordt bevestigd”.
Landelijke ontwikkelingen
De belangstelling voor het instrument Basisbaan is enorm toegenomen nadat verschillende adviesorganen (o.a. commissie Borstlap en Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid) hebben gepleit voor het creëren van waardevol werk voor mensen die op afstand van de arbeidsmarkt staan. Naar Gronings voorbeeld hebben ook verschillende andere gemeenten de basisbaan of een variant daarop ingevoerd.
Wethouder Carine Bloemhoff: “ De gemeente betaalt een groot deel van de banen zelf. Ik vind dat het Rijk moet bijspringen om deze belangrijke vorm van werk mogelijk te maken. Deze boodschap heb ik vanmiddag dan ook meegegeven aan minister Schouten. Rijk en gemeenten kunnen er alleen gezamenlijk voor zorgen dat mensen voor wie de afstand tot betaald werk te groot is toch volwaardig kunnen deelnemen aan onze maatschappij”.
groningenactueel